Zoals je in het vervoegingsschema van 'willen' hebt kunnen zien, schrijf je in alle gevallen 'hij wil'. 'Hij wilt' bestaat niet. Ook niet om aan te geven dat de tekst of boodschap formeel is. Deze vervoeging is de grootste onregelmatigheid in de vervoeging van het werkwoord 'willen'. Hij wil is simpelweg de norm, zeggen alle taaladviesboeken en -websites. Hoe zit het precies? Bij bijna alle werkwoorden eindigt de vorm die in de tegenwoordige tijd bij hij, zij en het hoort (de 'derde persoon enkelvoud') op een t . Op de hoofdregel bestaan een paar uitzonderingen. Natuurlijk hij is, maar ook hij kan, zal, mag en wil. 'Hij wilt' al lange tijd gangbaar Overigens vermeldt het Woordenboek der Nederlandsche Taal dat vormen als hij wilt "tamelijk frequent" zijn aangetroffen in de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw. In sommige delen van ons taalgebied is hij wilt heel gewoon. grammatica, werkwoorden Taaltip: hij wilt of hij wil? Het is een bekend twijfelgeval: is het nou hij wilt of hij wil? Waar komt die twijfel eigenlijk vandaan? Hij wil is de enige juiste vorm. Willen is een onregelmatig werkwoord, waarvan de hij/zij-vorm zonder - t is. Verreweg de meeste werkwoorden zijn in de tegenwoordige tijd regelmatig. ik wil. jij / u wilt / wil. hij / zij / het wil. wij / zij / jullie willen. Opmerkelijk is dat in de tweede persoon enkelvoud (bij jij en u) zowel wilt als wil mogelijk is. De vormen met t worden hier als wat netter en formeler gezien dan die zonder, en verdienen in zakelijke teksten daarom meestal de voorkeur. Het is zij wil, zonder t, en niet hij wilt. Dit is een veelgemaakte fout die je niet alleen maakt bij het schrijven, maar ook bij het spreken. Leer de reden, de alternatieven en de voorbeelden van deze fout op deze webpagina van Scribbr. .

hij wilt of hij wil